zondag 17 november 2013

Waarom inmaken

Voor wie een moestuin heeft is dit een vanzelfsprekende activiteit. Ik heb echter geen moestuin. Ik ga ook geen (boeren)markten langs om grote hoeveelheden in te kopen om in te maken.

Van huis uit heb ik het ook niet meegekregen. Ik herinner me wel uit mijn vroege jeugd pogingen om bramenjam of bosbessenjam te maken met mijn moeder, maar de pogingen liepen uit op mislukkingen met beschimmelde jam.
Ook mijn schoonouders maakten niet in. Ik herinner me wel, toen ik de eerste keer daar kwam, de potten met ingemaakte sperziebonen en kersen, maar herinner me niet ooit daarvan gegeten te hebben. Mijn schoonmoeder had vroeger wel met nichtjes en vriendinnen ingemaakt, mijn schoonvader had van zijn jeugdjaren slechte herinneringen.

Een belangrijke reden om me te gaan verdiepen in het conserveren is vanwege de nieuwe smaken die daarbij ontstaan. In eerste instantie vooral de charcuterie, maar later ook andere vormen van conserveren. Een belangrijke motivatie daarbij was nieuwsgierigheid naar de technieken en de theoretische achtergronden.
Daarbij bleek al gauw dat informatie in boeken verouderd, onjuist of tegenstrijdig te zijn, zonder of met onvolledige theoretische toelichting. Informatie op internet is eveneens vaak onjuist of onvolledig.

Omdat het vooral om smaak gaat en niet zozeer om het conserveren op zich, moet het resultaat ook lekker zijn en bovendien veilig.
Een belangrijke bron bleek de National Center for HomeFood Preservation te zijn. Het is misschien merkwaardig dat juist in dat land zo’n instelling er is. Het Voedingscentrum of bijvoorbeeld de Universiteit vanWageningen bieden niet zo’n informatie. Het gevolg is wellicht daarvan, dat Amerikaanse websites redelijk consistent zijn met betrekking tot conserveren, en Nederlandse sites soms fors miskleunen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten